In de wachtkamer van de dokter, om 16:00 uur ‘s middags en met mij nog een behoorlijk aantal mensen. Je zou kunnen stellen dat het vol zit, zo voor een namiddag. De assistente van de dokter heeft hier echter geen boodschap aan, ze moet nu eenmaal telefoontjes plegen.
En zo komt het dat iedereen in de wachtkamer getuige is van een, ik overdrijf niet, tiental telefoontjes die middag. De suikerwaardes van meneer Jansen worden besproken en alle afspraken die na de Pinksteren gepland zijn, worden verzet in verband met de verwachte drukte. Immers, het was natuurlijk nog lang niet bekend wanneer Pinksteren zou vallen dit jaar dus logisch dat die dag gewoon volgepland staat met nacontroles (#sarcasme). De meneer naast me laat zich als eerste uit:
Je hebt hier ook geen privacy hè, ik erger me kapot
Danku meneer, ik namelijk ook maar soms denk ik dat ik de bitch in huis, of in dit geval wachtkamer, ben.
Na een hoogst irritant gesprek met de huisarts waar ik thank god toch mijn antibiotica voorgeschreven krijg, ga ik deze ophalen in de apotheek. En in deze apotheek jongens, is discretie helemaal niet aan de hand. Tenminste dat wil zeggen, wanneer je de ‘baas’ van de apotheek treft. Ook hier is het druk en de apotheek boss helpt een jongen van begin 20. Terwijl hij zijn medicijnen krijgt, zie ik hem voorover buigen en voorzichtig een vraag stellen aan de boss. En daar, daar ging het mis. Want je moet NOOIT, NOOIT, dingen vragen aan de boss die je niet hardop door de apotheek geschreeuwd wil hebben. En dus..
Een STEENPUIST zegt u? Ja nee, daar heb ik niks voor.
De jongen buigt zijn hoofd en knikt iets van; okay okay laat maar
Nee voor een STEENPUIST schreven we vroeger trekzalf voor, maar dat mag niet meer. Dan moet u echt langs de dokter!
Ik voel de schaamte van de jongen door de apotheek gaan en ergens wil ik me erin mengen om die idioot van een vent op z’n nummer te zetten, maar dat maakt het geheel nog erger en dus hou ik m’n mond maar. De jongen verlaat de apotheek, terwijl iedereen nu weet dat hij een steenpuist heeft. Top. Next.
Een jonge vrouw is aan de beurt. Zij heeft iets nodig voor wratten. En jawel, ook zij krijgt een complete uitleg die de gehele apotheek mee krijgt. Van het vormpje waar de wrat doorheen moet, tot het spulletje wat erop moet. Everything. Omdat ze er vrij cool onder blijft denk ik dat het voor één van de kinderen is, gelukkig maar.
En dan, een meneer die Nederlands praat met een leuk accentje. Prima te verstaan, maar Nederlands zal niet zijn moedertaal zijn.
U komt om DE PIL voor uw vrouw?
Er wordt geknikt.
Ja okay, dan begrijp ik het goed. DE PIL!
Ik merk dat ik met mijn ogen ben gaan rollen. Inmiddels sta ook ik aan de balie en krijg ik van een vriendelijke mevrouw mijn antibiotica en een puffer voor extra zuurstof. Die heb ik inmiddels wel nodig ja.
Mevrouw, komt u even mee? Dan leggen we in een apart kamertje even uit hoe de puffer werkt.
Nah gelukkig heb ik zuurstoftekort en geen steenpuist, want dit kan dan blijkbaar wel discreet. Ik snap het niet meer.
Ik moest lachen, maar eigenlijk is het best triest. En herkenbaar overigens
Bizar he!